In een Spaans ziekenhuis vond enkele maanden geleden een ernstig ongeval met een lift plaats, dat het leven kostte aan een pas bevallen vrouw. De brancard waarop zij lag, was nog niet helemaal uit de lift toen deze door een technisch defect weer omhoogging. Daardoor kwam haar hoofd klem te zitten tussen de lift en de schacht. Maar hoe zit het nu met de veiligheid van liften in ons land? De voorbije decennia is er veel gedaan om de veiligheid van liften te verbeteren. Risicoanalyse, onderhoud en inspectie vormen de ruggengraat van het veiligheidsbeleid.
Een externe dienst voor technische controle (EDTC) moet ten laatste 15 jaar nadat een lift voor de eerste keer in dienst werd gesteld een risicoanalyse maken. Zo’n risicoanalyse zou dus al opgesteld moeten zijn voor alle liften die meer dan 15 jaar geleden in dienst werden gesteld. Vermoedelijk zijn 10 tot 15% van die groep liften nog niet in orde wegens het ontbreken van een risicoanalyse. De sancties hiervoor zijn nochtans niet min:
Tabel uit de brochure van de FOD Economie: “Als eigenaar zorg ik voor de veiligheid van mijn lift!", p. 16-17
Uit de risicoanalyse kunnen een aantal acties volgen: ofwel onmiddellijk in orde te brengen defecten ofwel te moderniseren elementen. In geval van ernstige veiligheidsrisico’s kan de EDTC beslissen om de lift af te keuren zodat ze buiten dienst moet gesteld worden. Gaat het om een risicoanalyse van een lift in een bedrijf met een preventieadviseur niveau 1, dan is zijn medewerking aan de analyse zeker een toegevoegde waarde omdat hij de EDTC informatie kan verstrekken over omgevingsrisico’s die anders niet zouden meegenomen worden in de analyse.
1. Er is altijd wel een plaats waar er onvoldoende verlichting is: in de machinekamer of in de schachten. Goede verlichting betekent voor de persoon die er zijn werk moet doen (onder- houdstechnicus of inspecteur), een gigantisch verschil tussen veilig of onveilig werken. De kostprijs van die ingreep is ook niet problematisch.
2. Liften met slagdeuren van voor 1999 hadden geen binnen- deur of lichtgordijn. Dat dit voor problemen kan zorgen, bewijzen onder meer drie dodelijke ongevallen die in 2016 in België plaatsvonden. Nog niet alle liften van dit type zijn ondertussen gemoderniseerd.
3. Het belang van bidirectionele communicatie kan niet voldoende benadrukt worden. Veel mensen hebben nog altijd een paniekreactie als de lift stilvalt. Dan is het van belang dat er meer is dan alleen een belletje. Dat alleen een belletje niet volstaat, bewijst ook het Oostenrijkse incident uit 2013: een hoteluitbater die zijn hotel in het Oostenrijkse Bad Gastein aan het afsluiten was, heeft 4 dagen vastgezeten in de lift. De man had zijn gsm achtergelaten in zijn kantoor. Hij was op maandagochtend op de vijfde verdieping in de lift gestapt op weg naar de eerste verdieping toen de lift te diep doorzakte waardoor de deuren niet opengingen. Pas toen een vriend op vrijdag brood kwam leveren en hulpgeroep hoorde, kon hij door de brandweer bevrijd worden. De lift had een bel die duidelijk in heel het hotel te horen was. Helaas was er niemand anders aanwezig die het geluid kon horen.
Een tweede pijler van het veiligheidsbeleid is het preventieve onderhoud en de preventieve inspectie. Een lift is een hef- en hijswerktuig en zoals voor andere hef- en hijswerktuigen is de frequentie vastgelegd op 4 inspecties per jaar. Voor wie het preventieve onderhoud van zijn lift door een ISO 9001-gecertificeerd onderhoudsbedrijf laat uitvoeren, is er een ander schema voorzien, nl. 1 grondige preventieve inspectie en een halfjaarlijkse controle voor de veiligheidsaspecten. De lijst met de gecertificeerde onderhoudsbedrijven is terug te vinden op de website van de FOD Economie. De frequentie van het preventieve onderhoud is vastgesteld op 2, tenzij anders bepaald in de instructies van de fabrikant. Vaak wordt getwijfeld aan de noodzaak van de hoge inspectiefrequentie. Maar liften zijn nu eenmaal het vaakst gebruikte transportmiddel. Bovendien is er ook niemand die een lift koopt. Men koopt/huurt een gebouw met een lift erin en soms wordt er wel eens bespaard op de duurzaamheid van de lift door minder kwalitatieve onderdelen te kopen. Die zullen, zeker bij intensief gebruik, sneller falen.
Sinds 2003 moet men ook een veiligheidsdossier bijhouden voor elke lift waarin alle informatie over de lift wordt bijgehouden: risicoanalyses, onderhoudsbeurten, inspecties en modernisering. In elke liftkooi moet ook volgende informatie ophangen: - Identificatienummer - Bouwjaar - Nominale last - Maximaal aantal personen dat mag vervoerd worden - Adresgegevens eigenaar of beheerder - Naam van de EDTC die de inspecties uitgevoerd heeft - Naam van het onderhoudsbedrijf
Wanneer de beheerder of de eigenaar zijn wettelijke verplichtingen niet nakomt, worden er sancties voorzien. Deze kunnen zwaar doorwegen in de portefeuille van de overtreder. Indien er binnen de vier maanden geen gevolg wordt gegeven aan de waarschuwing van de FOD Economie of – in het geval van bedrijven – de FOD WASO, wordt er een proces-verbaal opgesteld, met een transactie. De bedragen zijn variabel naargelang de vastgestelde inbreuk en worden vastgelegd volgens de principes opgenomen in de tabel hierboven.
De beheerder van een lift moet bij elk incident of ongeval waarbij een gebruiker van een lift betrokken was, het ‘Centraal Meldpunt voor Producten’ op de hoogte brengen. De beheerder van de lift is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn lift en kan eventueel aansprakelijk gesteld worden voor geleden schade. Dit is een zaak voor de rechtbank. Het adres van het Meldpunt: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Centraal Meldpunt voor Producten, North Gate Koning Albert II-laan 16 1000 Brussel, e-mail: belspoc@economie.fgov.be